In een dagboek staat van uur tot uur beschreven wat er op 9 april 1945 gebeurde in de Palthetoren

Spannende uren in de Palthetoren

 

Hennie Bouwhuis

De heer D.W. (Willem) Walkate (1908-1988) was secretaris bij de directie van Stork Hengelo.

Hij en zijn vrouw F.J.P. (Bee) Walkate-Duker (1904-1986) hadden goede contacten met de bewoners van Huis Sprengenberg (Palthetoren). Zij verbleven in Haarle tijdens de spannende aprildagen van 1945. In haar poëziealbum heeft mevr. Walkate van uur tot uur opgeschreven wat er gebeurde in en rond de toren.

Door de medewerking van zoon J.C.M. (Hans) Walkate (1942-2019) kreeg Els van der Meer  de beschikking over het inmiddels overgetypte dagboek. Els is verbonden aan Stichting Marke Haarle en kreeg toestemming om het relaas te publiceren. Hier een wat verkorte weergave uit het dagboek.

 

Zondag, Paschen, 1 april.

Den gehele dag berichten over het naderen van de Geallieerden bij kanaal Hengelo, ’s avonds Enschede, Beckum, Haaksbergen, Boekelo vrij.

Op ‘De Sprengenberg ’worden alle paarden van omliggende boeren ondergebracht. Overal grote spanning, doch stil in de lucht.

 

Dinsdag 3 april: Hengelo vrij.

 

Donderdag 5 april: Almelo gevallen, nu grote spanning in Nijverdal. Burgemeester Hellendoorn gevlucht. Overal gedonder richting Holten.

 

Zondag  8 april: Nog even met de kinderen gewandeld, maar door hevig vuren &knallen bang naar huis terug. In de verte hevige branden. Om ons heen overal geschut, Holten vrij.

 

Maandag 9 april: Mijn lieve Willem & ik hadden onze beste kleren, voorraden etc. naar den kelder gebracht. Mevr. De Kempenaer had kleeden op den vloer beneden gelegd en wij legden kinderdekens klaar. Onder den lunch komt een Duitsche majoor (een Hongaar) met 20 man bij ons in. Ze hoefden hier niet te slapen, ze zouden ’s avonds wellicht weg zijn. Het waren eerlijk gezegd nette lui en de majoor vroeg om voorgesteld te worden aan de vrouw des huizes, waarop hij is ontvangen door Tante Mia Palthe & Mevr. De Kempenaer.

Ik legde de kinderen gekleed te bed, wij voelden de spanning stijgen. Willem brengt de cello naar de kelder. Vanuit mijn slaapkamer (biljartkamer) zie ik de familie Hobert (buurtbewoners) de oprijlaan opkomen. Twee mannen vragen of ze niet met hun allen ( 30 man) in den kelder mogen komen.

Plotseling weerklinkt tegen 3 uur de eerste geweldige explosie. Kinderen direct naar de kelder gestuurd, D. Majoor helpt mij tasschen & dekens dragen. Wij waren met een 74 menschen beneden in kelders. Wijzelf met 20, Hobert 30 en Duitschers 24. Tusschen 3 u. & half 4 was een hevige aanval; granaatvuur, hevig glasgerinkel weerklonk. We begrepen dat de Sprengenberg geraakt was. Een tijdje was het stil en we durfden ons wat vrijer te bewegen. Ik deelde een biscuitje uit, Jaapje dacht vele malen dat hij een bah-tje moest doen!

De Duitschers zaten te slapen of ongelukkig te kijken. We waren eerst bang dat ze zich zouden gaan verdedigen, maar om 5 uur zagen wij dat ze de patronen uit hun zakken in de kelder gooiden en hun geweren tegen de muur zetten.

Willem fluisterde mij in dat tusschen de geëvacueerden van Hobert twee Amerikaanse piloten waren die met een fam. uit Nijverdal geëvacueerd waren meegekomen. Ik ging nog even naar het toilet boven, want in de keuken was hij al zoo veel gebruikt.

Daar vond ik een D. zaklantaarn die ik bij me stak. Het waren toch hun laatste uren en ons huis hebben ze zoo leeggehaald dat als kleine vergoeding dit wel mocht.

Tegen 6 uur weer een hevige aanval en verscheidene explosies. Wat was ik bang voor mijn drie schatten. Na deze hevigen aanval gingen er stemmen op of er geen witte vlag geheschen kon worden. Oom Jan Palthe & Hr. De Kempenaer hebben met D. Majoor overlegd en gevraagd witte vlag te hijschen. Majoor kon dit zelf niet doen, maar liet oogluikend toe dat het gebeurde.

Tegen 7 uur is Jim de Kempenaer twee witte vlaggen in den toren gaan uithangen.

 

Jim de Kempenaer (1919-2010)

 

Intusschen vertelde men dat de Canadeezen onderaan het weggetje staan waar wij vanaf sleeden.

Willem en ik maakten wat sneedjes roggebroood met boter klaar voor de menschen in onzen kelder (hoofdz. Hobert fam). Men fluisterde dat de boerderij van Hobert in brand stond. De spanning was ten top: zouden ze komen of ons vergeten & alleen het dorp in trekken?

Plotseling het bericht: “Daar komen ze!”

Willem smeerde met den Amerik. piloot verder het brood. We werden gesommeerd ons allen naar boven te begeven. Ik voelde mezelf trillen, dus dit zou het moment der bevrijding zijn.

Ik zei tegen Jaapje: “Vergeet dit je leven niet, nu zijn we vrij!”

Bij de garage zie ik Willem met de Canadezen: verbrand en gezond, vol bewapening. Bruine uniformen, helmen met netten erover met stroo ertusschen, al kauwend.

Een heel donker type was de aanvoerder geweest. Sommigen stelden zich nog om het huis in positie; op één knie, geweer in den aanslag.

Een snik kwam in me op, na 5 jaar onderdrukking, een half jaar onderduiken in Haarle, deze laatste 6 uur onder granaatvuur en nu daar de bevrijding! Ik zei tegen de donkere Canadees: “We are so glad, so glad, thank you.” Meer wist ik niet te zeggen. Hij gaf ons een chewing gum, ons eerste cadeautje.

Hun gezichten ontspanden zich en ze maakten grapjes en lachten.

Canadeezen raadden ons aan om deze nacht in de kelder door te brengen. De kelder ligt vol uniformen en munitie en in de kelder daarnaast liggen de fam. De Kempenaer & De Kruyff.

Voor ons begint de drukte & de pret.

We hooren ook wat er gebeurd is: een voltreffer kwam in de garage, een in eetkamer van fam. De Kempenaer, alles vernield en verschillende voltreffers in den toren. De houten buitentrap vernield en groote gaten overal. Het was toch wel hevig geweest. In huis 14 voltreffers.

 

Boerderijen Hobert en Alferink in vlammen opgegaan, molen van Geertman afgebrand. Zoo intens zonde, het hoorde zoo bij het silhouet van het dorp, deze molen.

 

Silhouet van Haarle(1945) met v.l.n.r. de molen, kerk en Palthetoren. Tekening voorop het boek ‘Haarle(O) in de oorlogsjaren 1940 -1945’ (J.U.de Kempenaer, 1946)

 

Huis van boer Geertman er tegenover afgebrand, huis Diepman en daarnaast twee huizen in brand. Acht Canadeezen zijn hierbij gesneuveld, en later werden nog vier of zes Duitschers gevonden.

 

(Bij het schrijven van het dagboek kon nog niet het totaal aantal in Haarle gesneuvelde soldaten bekend zijn: dat waren tien Canadezen en tien Duitsers)

 

Na de oorlog

Na afloop van de oorlog bleven veel militaire spullen achter in de Palthetoren.

Hagenees Jaap de Kempenaer vertelde in 2015 dat in de jaren na de bevrijding uniformen en helmen favoriet waren bij de kinderen tijdens het ‘soldaatje spelen’. Een expositie in Haarle was voor hem aanleiding om enkele spullen daar te laten zien. “Er is niet zo veel meer, ik had een tante die erg van het opruimen was!”

Links een Canadese tankhelm, rechts een Canadese infanteriehelm. De baret is gedragen door de in het verhaal genoemde Duitse (Hongaarse) majoor.

 

Na de oorlog verbleven veel Canadezen nog een tijd in ons land, zo ook op de Sprengenberg.

Vermoedelijk uit verveling hebben enkele soldaten deze tekeningen gemaakt in de paardenstal van het landgoed. De tekeningen zijn al wat vervaagd, maar zijn nog redelijk goed herkenbaar.