Razzia Haarle | oktober 1944

Het was 14 oktober 1944. Ik was 15 jaar en in mijn dorp Haarle, gemeente Hellendoorn, werd die dag een razzia uitgevoerd door de bezetter. Ik was om 7 uur wakker van een hoop lawaai, ik dacht wat is dat toch? Mijn moeder lag nog in ’t kraambed van mijn jongste broertje die 9 dagen oud was. Daar kwamen plots de Duitsers binnen. Zij opperden dat mijn vader met hen mee moest. Hoe mijn moeder ook zei, dat het niet kon, dat hij voor 10 kinderen moest zorgen omdat zij ziek was, vader werd toch meegenomen.

Moeder was verdrietig, hoe moest dat nu verder? Vader werkte bij de gemeente en na dat moeder wat had nagedacht kwam ze op een idee om een briefje te schrijven voor de huisarts. Zij gaf het briefje aan mijn zus en broer, die moesten het naar de huisarts brengen in Raalte. Het viel nog niet mee om het briefje naar binnen te smokkelen in de school waar de mannen gevangen zaten. Ik ben, nadat ik een soldaat die bij ons in de keuken stond, gevraagd had wat er met mijn vader zou gebeuren, zei hij dat ze allemaal afgevoerd zouden worden. Ook ik ben naar mijn vader gegaan met een stuk spek, boter, een jas en een deken. Vader had het briefje, waarin gevraagd werd om vrij gelaten te worden aan de commandant gegeven en toen de commandant het gelezen had werd vader vrij gelaten. Ik denk dat het was om dat hij bij de gemeente Hellendoorn werkte.

 

In het dorp werd een man op gepakt die ook naar de school werd afgevoerd, deze man werd afgeranseld en naderhand werd hij dood geschoten. Vader heeft gezien hoe die man werd afgeranseld en was er helemaal stuk van. Deze man heette G.J. Piksen en woonde in  Nijverdal. Ook werden alle andere mannen afgevoerd naar de achterhoek. Zelf had ik angst. Ik heb gezien een gevecht tussen vliegtuigen: een Engels vliegtuig tegen een Duits vliegtuig, de Engelse jager werd neergeschoten en de piloot met de schietstoel gered.

 

Mijn moeder was ook erg bang. Wij woonden met ons huis dicht in de buurt van boerderijen. Bij die boeren zaten onderduikers in het bos en merkten dat er een razzia was. Zij bleven mooi in dat gat in de grond zitten. Deze onderduikers zijn nooit opgepakt. Wij hadden thuis ook een onderduiker uit Arnhem en later de hele familie toen Arnhem geëvacueerd werd. Dat was ook nog wel gezellig want die zaten ’s avonds aan tafel te kaarten.

 

Later hebben we enkelen van die familie nog wel weer terug gezien. Ik was erg trots op mijn vader, die heel veel stil ondergronds werk deed. Alle mannen die toen zijn opgepakt, zijn allemaal terug gekomen. Gelukkig maar. Ik was erg gelukkig toen eindelijk de bevrijding daar was en we hebben de Duitse krijgsgevangenen met handgeklap de zegen gegeven.

Opgemaakt door Annie te Wierik — Knobben (Raalte),
dochter van Knobben Frans ,